Column
Gasunie door de jaren heen
Gasunie bestaat 60 jaar. Gasunie-collega Wim Borghols heeft al zo'n 35 van die jaren meegemaakt en haalt wat herinneringen op. Met een luchtje.
Ook wij bij Gasunie krijgen flexplekken. Dat betekent niet alleen afscheid nemen van het vertrouwde bureau met snuisterijtjes uit velen jaren werkzaam leven, maar ook het opruimen van kasten met documenten uit al die jaren. Over de gang lopen collega’s met volle armen heen en weer tussen hun kast en twee blauwe containers in de hal, tegenwoordig voor papier en restafval. Mijn buurman komt mijn kamer binnenlopen. Ik heb iets gevonden dat jij misschien nog wel leuk vindt, zegt hij. Het is een brief uit 1966 waarin de hoofddirecteur van Gasunie aan de gasbedrijven in het land laat weten dat Gasunie het gas dat geleverd wordt van een geurstof gaat voorzien, odoriseren noemen we dat.
Namens de eigenaar van het gastransportnet ben ik momenteel verantwoordelijk voor dit proces. Het is dus interessant zo’n relikwie te ontvangen. Wat opvalt aan de brief is dat deze zeer bondig is – 5 zinnen, 14 regels – maar wel de belangrijkste parameters bevat die we momenteel nog steeds hanteren: zelfde stofje (THT genaamd), zelfde concentratie (18 mg/m3), zelfde reukgraad en geen effecten op de verbranding van het gas. Grappig dat veel veranderd is in 60 jaar, maar dus ook zaken niet.
In de loop der jaren zijn er wel steeds meer toeters en bellen rond het odorisatieproces ingevoerd, om te waarborgen dat het goed blijft verlopen. Daar waar de eerste odorisatie-units relatief simpel en ‘stand-alone’ waren hangt er nu redelijk veel elektronica omheen met ‘on-line’ uitkoppeling naar de Centrale Commando Post, zodat storingen direct aangepakt kunnen worden. Tegenwoordig zijn de units ook voorzien van een metertje dat onafhankelijk controleert of de juiste hoeveelheid odorant wel geïnjecteerd wordt. Ook is begin jaren negentig na omvangrijk gezamenlijk onderzoek van Gasunie en de gasbedrijven besloten om eens in de drie weken via een onafhankelijke meting van de concentratie van geurstof aan te tonen dat de odorisatie voor iedere installatie nog goed werkt.
Een andere buurman kwam laatst langs met de vraag waarom voor die frequentie gekozen is. Dit is van belang voor het inrichten van systemen die in de toekomst waterstof gaan leveren aan woningen. Binnenkort worden de eerste proefprojecten daarvoor opgestart. Net als aardgas is waterstof van nature reukloos. Daarom is het ook daar noodzakelijk om voor de veiligheid een geurstof toe te voegen. Hiervoor wordt inspiratie opgedaan bij aardgas; een zelfde controlefrequentie ligt dan voor de hand.
Voor de eerste proefprojecten met waterstof zal dezelfde geurstof gebruikt worden als voor aardgas. Handig, want het is al een bekend luchtje.